Homeopathie is een natuurgeneeswijze, c.q natuurlijke geneeswijze.
Net als bij andere natuur(lijke) geneeswijzen wordt door middel van de homeopathische benadering ons zelfherstellende of zelfregulerende vermogen gestimuleerd. Een meer wetenschappelijke term voor ons vermogen tot zelfgenezing is autoregulatie (auto = zelf).
Voorbeelden van autoregulatie zijn een wond die spontaan dichtgroeit of ons eigen afweersysteem dat in het geval van een verkoudheid het virus opruimt. Autoregulatie gaat echter veel verder dan alleen ons afweersysteem en de wondgenezing; het is een eigenschap van ons hele wezen, ons hele systeem (= lichaam en psyche).
Bij ziekte of klachten is sprake van een disbalans of verstoring van ons systeem, waardoor ons vermogen tot zelfherstel verminderd of geblokkeerd wordt.
Wat de homeopathische arts doet is een homeopathisch middel geven dat het zelfregulerende vermogen stimuleert c.q ‘een extra duw in de rug geeft’. Soms is één homeopathisch middel al voldoende, soms zijn meerdere opeenvolgende middelen nodig.
Neem als voorbeeld van een lichamelijke verstoring een blaasinfectie. De reguliere aanpak is vaak dat een antibioticum wordt ingezet om de bacteriën die de infectie veroorzaken, uit te schakelen. Dat helpt vaak maar tijdelijk, omdat het probleem is dat onze afweer is verminderd, en daardoor de bacteriën opnieuw een kans krijgen om zich te vermeerderen en een infectie te veroorzaken. Door een homeopathisch middel krijgt ons systeem het vermogen en de energie terug om zelf de bacteriën op te ruimen, en ‘een verdedigingsmuur op te werpen’ zodat de bacteriën minder kans krijgen.
Als we psychisch uit balans zijn, kan een homeopathisch middel ons helpen om onze draagkracht of ‘psychische afweer’ te verbeteren.